Liefde.

-0-0-820-540We worden twee keer zo oud als een eeuw geleden. Onze ideeën over ons werk, onze scholing, onze opvoeding, onze vrijheid zijn onherkenbaar veranderd. Tegelijkertijd zijn onze liefdesidealen vrijwel hetzelfde gebleven. Onze huwelijken stranden – maar we blijven trouwen. We zijn vrijer op vele vlakken – maar ons verlangen naar en de hoofdrol voor Die Ene blijft fier overeind. Aan de rafelranden van onze liefdescultuur roeren zich pioniers. Een vrijgezellenpartij, polyamoristen, tantristen, geheelonthouders – broeit daar de vernieuwing? Of is het huwelijk, dat prachtige 19de eeuwse huis, juist weer helemaal toe aan restauratie en hergebruik?

Samen met Gian van Grunsven, De Balie Cinema en De Correspondent ga ik op zoek naar de mogelijkheden om anders over de liefde te denken. Daarom maken we komend najaar de filmserie The Future of Love. Elke vier weken een liefdesfilm die het hart beroert en de geest uitdaagt, voorafgegaan door goede gesprekken met wetenschappers, filosofen, kunstenaars en andere liefdesspecialisten. Met bij de films diepteverhalen en/of interviews op de Correspondent, door Nina Polak.

Op 7 oktober beginnen we met het hilarisch-tragische The Lobster, liefdesgoeroe Jan Geurtz  en journalist en singleslobbyist Maartje Duin.

Advertentie

Spelen en bouwen.

khoropoerolIk was op Oerol, met TAAT – Theatre as Architecture, Architecture as Theatre. Die stonden daar met KHOR II, een wonderlijk paviljoen (gebouwd door het publiek) voor wonderlijk theater (gespeeld door het publiek, gemaakt door theatermaker Gert Jan Stam).

In het paviljoen, van de hand van architect Breg Horemans, onderzochten we overdag hoe je van losse clubjes mensen kleine gemeenschapjes maakt, en wat er nodig is om die in actie te laten komen. Mijn zelf opgelegde handicap: minimaliseer je bijdrage als moderator. Ik stond regelmatig met lege handen – wat zowel onaangenaam als vrolijk was. Er ontstonden stiltes, prille verbindingen, nieuwe kennis. Op Festival Boulevard kun je weer meebouwen en -spelen: van 6 tot 16 augustus in Den Bosch.

(Foto: Saris & den Engelsman)

Contrast.

DSC_0187 small Twee tentoonstellingen openen in één week, beide met inhoud, ideeën en tekst van mijn hand, beide ontworpen door mijn fijne designvrienden van Tinker. Maar een groter contrast is haast niet denkbaar: een somber spektakel over het bombardement van Rotterdam in Museum 40-45-NU en het verhaal ‘from bean to bar’ voor de oudste chocoladefabrikant van Zwitserland, Cailler. Zwaar versus licht, historisch versus corporate, Rotterdamse scholieren versus een wereldwijd publiek van 400.000 per jaar. We volgden in het maken ervan een tegengestelde beweging. We maakten het bombardement beleefbaar, zonder de ernst te verliezen. En we brachten iets van ernst in een sprookjesachtig onderwerp als chocola. Mooie balanceeracts. Ga vooral kijken, in Rotterdam en als je in de buurt bent, in Broc, bij Fribourg, in Zwitserland. (Op de foto: gasten in Maison Cailler gebruiken al hun zintuigen, de dag van de opening)

Zwaarte.

Scaffold

 

De beul zweeg. Langzaam ging het licht op het schavot uit. De auto’s raasden langs. De maan scheen op de 65 doodstille bezoekers.

 

 

 

(Zo eindigde de laatste voorstelling van Hangen en Wurgen, het gelegenheidsproject voor de Haagse Museumnacht, van het Nationale Toneel, de Orde van de Dag en Stroom. Over de doodstraf – er werd gelachen, gezwegen, gefronst, nagepraat. Zo moet het: zware onderwerpen aansnijden. Misschien dat dat alleen maar met kunst goed lukt. Ik nam samen met Brigitte van der Sande van Stroom het initiatief – maar zonder de schrijfwerk en de regie van Orde van de Dag en de acteurs en productie van het NT was er niks van gekomen. De foto is van Eric de Vries.)

 

Woorden zijn daden.

NT Babel II 04-2014_De Schaapjesfabriek-11

 

 

 

 

 

 

 

Een Rotterdamse filosoof in Den Haag – dat vraagt om woordspelletjes. Immers: Den Haag is (in de woorden van Theu Boermans) de stad van denken, van taal, en Rotterdam van het-geen-woorden-maar-daden. ‘Je wilt het echt, hè’ vroeg Henk Oosterling dan ook aan me, tijdens de Grote Woordenshow van het Nationale Toneel afgelopen donderdag, toen ik mijn eerste grap erover wilde maken. ‘Luister. In deze tijd zijn woorden daden. Wen er maar aan.’

Oosterling, auteur van ‘Woorden als daden’, zei daarmee mogelijk het belangrijkste van de avond. Stel dat theatermakers dat ter harte namen. Dat zou ze in één klap dubbel zo belangrijk en dubbel zo kwetsbaar maken.

 

(Midden: Henk Oosterling, en rechts Jacques Monasch, donderdag 10 april, NT Gebouw, Den Haag. Foto: De Schaapjesfabriek)

Een nieuw stokpaard.

Ik doe met het Nationale Toneel in Den Haag een publiek onderzoek naar een verheffingsgedachte voor deze tijd. We bevroegen het publiek, spraken met kunstenaars en organiseren er op 4 maart een verkiezingsdebat over.
Een boodschap die ik vaak kreeg de afgelopen tijd: veel mensen zetten het woord ‘verheffen’ zelf ook graag bij het grofvuil. Dat komt volgens mij door twee dingen. De afkeer van elitair denken – in het oude gebruik van het woord zit besloten dat er een groep is die een andere naar het eigen niveau verheft. Het tweede is het hooggestemde dat bij ‘verheffen’ hoort. Daar houden we in Nederland niet zo van, van grote woorden.

Ik ben er inmiddels erg aan gehecht geraakt, aan het woord. Omdat het mensen onrustig maakt. Maar ook omdat verheffen in een wat andere betekenis juist heel erg eigentijds is – namelijk in de betekenis van jezelf verheffen. Zoals Peter Sloterdijk de tijdgeest al pakte met zijn ‘Je moet je leven veranderen’, en zoals Denker des Vaderlands Rene Gude inspireert tot zelfverwezenlijking als medicijn tegen verwenning. Kunst doet dat, met haar publiek en met haar beoefenaars. En daarbij: tien jaar nadat Rene Boomkens de term ‘nieuwe serieusheid’ bedacht, is serieus is nog steeds hartstochtelijk hip, onder twintigers, onder sommige politici en onder heel veel kunstenaars. En daarmee is de tijd weer helemaal rijp voor grote woorden.
Dus, na verwenning heb ik een nieuw stokpaard.

Hortsik!

070

Amsterdam en Utrecht, daartussen lag jarenlang de balk waarop ik heen en weer liep. Sinds dit voorjaar is daar ineens Den Haag bij gekomen. Voor het prachtige beleefmuseum Humanity House maak ik tot de zomer debatten, films en seminars over humanitaire vraagstukken. (Wat dat zijn? Tja. Vandaag overlegde ik over wat hiphop zegt over de toestand van de jongeren in Europa, morgen gaat het over eerlijk zaken doen en volgende week over de bekering van een terrorist.) De rest van het jaar maak ik voor het Nationale Toneel politiek-maatschappelijke programma’s, naast, over en om de voorstellingen.

En zo fiets ik ineens dagelijks door een stad die ik niet begrijp. Waar is het water bijvoorbeeld? Waar gebeurt het überhaupt? En was dat niet de minister van dinges daar op het terras? Heerlijk. Thuisvoelen is nog ver weg. Waarschijnlijk blijft dat zo en is gecharmeerd zijn goed genoeg.

(Ondertussen wel gek dat al mijn tijdelijke collega’s zowat uit 020 komen. Wat zegt dat over A’dam; en over Den Haag?)

Dertien

Het kan zo mooi zijn, de rust tussen Kerst en Oud en Nieuw. Maar Angl was er eigenlijk te ongedurig voor, reflectie onder de kerstboom. Door spannend nieuw werk (oké: de geschiedenis van een stad die alleen maar vooruit kan kijken, nieuwe natuur, het theater van nu, onbekende denkers). Maar ook door dat mooie verwenningsthema, dat ineens overal wordt opgepikt. Dus ik stuiter 2013 in. Stuiter vooral mee. Maar niet zonder de mooiste muzieken van 2012: Alt-J, Nicolas Jaar en Here We Go Magic.

(Op de foto: de winterslaap van Landgoed Oostbroek)

Papegaaienkooi

Internet is een papegaaienkooi.

Ik schrijf een stuk voor mijn project De Grote Verwenning. Ik lees daarvoor een mooi artikel, waarin wordt verwezen naar een onderzoek. Interessant en actueel onderzoek – dus op zoek ernaar. Nergens op internet te bekennen. Wel: nog veel meer recente artikelen die er naar verwijzen. Dat maakt het nog interessanter. Na een uur zoeken is het onderzoek nog steeds onvindbaar. Maar blijkt wel dat het tien jaar oud is. En dus onbruikbaar.

Iedereen praat elkaar na, je weet het wel, maar het is te gemakkelijk om het te vergeten. Wat dat betreft zijn wij allen politici op tv. Maar wij moeten ook nog onze eigen factcheckers zijn.